Gemeenten verstevigen grip op indirecte lozingen door ondiepe grondwater onttrekkingen

27-06-2022
156 keer bekeken {0} reacties

In Delft, Den Haag en Rijswijk zorgen indirecte lozingen, vooral door kantoorgebouwen en bij werkzaamheden, van tijd tot tijd voor overbelasting van het rioleringsstelsel en andere problemen.

Dat heeft ook te maken met onduidelijkheid over procedures rondom meldings- en vergunningsplicht, waardoor de gemeenten deze lozingen niet goed in beeld hebben. Reden om met de omgevingsdienst om de tafel te gaan en heldere afspraken op te stellen.
Sjaak Clarisse, beleidsadviseur in Delft en trekker van het project Indirecte lozingen, legt uit waar zijn gemeente, Den Haag en Rijswijk tegenaan lopen: “Steeds meer kantoorgebouwen hebben een warmte-koude-installatie.

De filters die hiervoor in de bodem aangebracht zijn, worden twee keer per jaar doorgespoeld. Dat doet iedereen het liefst op de grens tussen seizoenen, rond 1 april en 1 oktober. Op die momenten krijgt ons riool pieken te verwerken die het systeem onder druk zetten; elke spoelbeurt gaat gepaard met lozingen van ongeveer 500 kuub per uur – anderhalf tot twee uur achter elkaar. Daarnaast zien we pieken in de belasting van de riolering bij werkzaamheden in de openbare ruimte, zoals de aanleg van een weg of een riool. Om op een droge ondergrond te kunnen werken wordt het grondwater bemalen en wordt het grondwater geloosd op de riolering. Ook dat kan problemen geven.”

Doorwerking in het Hoogheemraadschap

Deze gemeentelijke problematiek werkt door bij het Hoogheemraadschap van Delfland, dat de zoutgehaltes ziet toenemen in de eigen systemen. Dat is lastig, want zout wordt in de rioolwaterzuiveringsinstallatie niet verwijderd en maakt hergebruik van het effluent ingewikkeld. Ook (andere) verontreinigingen in de lozingen tellen voor het hoogheemraadschap bij elkaar op. “Voor onze eigen gemeentelijke stelsels kunnen hoge concentraties zout ook een probleem zijn, omdat zout de betonnen riolering kan aantasten. Bij de beoordeling van aanvragen zijn materiaal van de rioolbuis en verdunning van afvalwater zijn dus belangrijke factoren. We kunnen lozingen niet verbieden omdat ze zout bevatten, maar voor allerlei andere stoffen zoals cadmium en lood gelden wel normwaarden waar de optelsom van de lozingen onder moet blijven”, zegt Clarisse. “Ook daarom is het belangrijk dat we meer grip krijgen op indirecte lozingen, om te beginnen door een en ander aan de voorkant beter te regelen.”

Proces onder de loep

Delft, Den Haag en Rijswijk besloten hierin samen op te trekken, omdat zij gebruikmaken van dezelfde omgevingsdienst: Omgevingsdienst Haaglanden. Ook die werd bij het project betrokken. Clarisse: “Met de projectgroep hebben we de processen rondom vergunningverlening, handhaving en toezicht in kaart gebracht.” Dit maakte meteen inzichtelijk waar de knelpunten zaten. “Als gemeenten zijn wij bevoegd gezag voor vergunningverlening, toezicht en handhaving en de Omgevingsdienst voert deze taken voor ons uit. Een gebruikelijke constructie, maar in de praktijk leidde deze tot onduidelijkheid. Bijvoorbeeld over waar organisaties hun indirecte lozingen moeten melden en wie dan beoordeelt of deze vergunningplichtig zijn. Een gevolg is dat bij werkzaamheden vaak wel een vergunning wordt aangevraagd en verleend voor de onttrekking van grondwater, maar dat vervolgens niemand erop wijst dat de lozing van dat water ook gemeld moet worden. En niet alle aannemers zich ervan bewust zijn dat dit een apart traject is. Zo verdwijnen lozingen uit beeld.”

Van afspraken naar praktijk

De werkgroep was het er snel over eens hoe het proces beter gestroomlijnd kon worden, en legde hierover afspraken vast in het memo Procedure Indirecte Lozingen. “Deze procedure is erop gericht dat alle informatie rondom lozingen via de juiste weg bij de omgevingsdienst terechtkomt. En geeft de omgevingsdienst heldere toetsingscriteria om meldingen en vergunningsaanvragen af te handelen. Alle rollen, verantwoordelijkheden en stappen staan beschreven.” Nu nog zorgen deze procedure ook bij iedereen bekend is én staande werkpraktijk wordt. “Daarom maken we er intern en extern werk van om de nieuwe procedure onder de aandacht te brengen. Zo hebben we een webinar gehouden voor belangstellenden en staan er presentaties in verschillende gemeenten op de agenda. Als iedereen zich aan de nieuwe procedure houdt, zijn we de meeste problemen rondom indirecte lozingen al vóór.”

Vervolgstappen en meer informatie

De afspraken die nu zijn vastgelegd, stroomlijnen het meldings- en vergunningsproces. Een stroomschema van het nieuwe proces vind je hieronder. De projectgroep heeft hiermee haar werk afgerond. Elke gemeente kan de afspraken gaan uitvoeren en zorgen zij voor meer toezicht en handhaving. Voor meer informatie kun je terecht bij Sjaak Clarisse.

Toegevoegde bestanden

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen